Business Class

Voorlopig geen bollen van IJsselsteinse oliebollenkoning

De IJsselsteinse bakkerij Aelbers, overgenomen door voormalig oliebollenkoning Jeroen Brokking, is failliet. Dat heeft de Utrechtse rechtbank vandaag onder meer op verzoek van het personeel bepaald.

Bij bakkerij Brokking, eveneens gevestigd in de IJsselsteinse Benschopperstraat, liggen de befaamde oliebollen als vanouds in de schappen. Met deze bakkerij heeft Jeroen Brokking, ondanks de naam, niets meer te maken. Dat geldt overigens ook voor Patrick Roelofs, waarmee Brokking sinds 2014 enkele jaren hoog scoorde in de AD Oliebollentest. Nu zwaait Max van der Zijden de scepter bij bakkerij Brokking. ,,In deze zaak worden als vanouds oliebollen verkocht”, verzekert Van der Zijden. ,,Het intellectueel eigendom berust bij Jeroen en Patrick, maar wij leveren nog altijd dezelfde oliebol, met dezelfde kwaliteit.”

Zijden draadje
Een goede score in de Oliebollentest is geen garantie voor zakelijk succes. Een maand geleden ging in Maarssen bakkerij Olink Failliet die in 2012 de AD-test won. Na het succes van Brokking bungelde het bedrijf anderhalf jaar geleden aan een zijden draad. Het bedrijf werd door investeerders uit surseance van betaling gered en ging met een beperkt aantal winkels verder. Roelofs nam afscheid en Jeroen Brokking kwam als manager in dienst.

Volgens bedrijfsadviseur Theo Terdu, die nauw bij de herstructurering betrokken was, heeft Brokking zonder instemming van de aandeelhouders de IJsselsteinse bakkerij Aelbers overgenomen. ,,Ik heb nog geprobeerd dat terug te draaien, maar dat bleek onmogelijk.” Brokking had de twee bakkers aan beide uiteinden van de Benschopperstraat graag samen willen hebben, zegt Van der Zijden.

De aankoop bleek een zakelijke kat in de zak. De schulden liepen volgens Terdu op. De verkoop van het filiaal aan het Makadocenter in Nieuwegein bracht maar tijdelijk soelaas. Eind oktober legde de belastingdienst beslag op de totale inventaris. De beoogde verkoop aan een Marokkaanse bakkersketen kon daardoor niet doorgaan. Terdu: ,,Jeroen heeft zich de schoenen kaal gelopen om een oplossing te vinden. Ik zeg: hij is een heel goede oliebollenbakker, maar geen goed ondernemer.”

Brokking zelf was niet bereikbaar voor een toelichting.

Ruzie in de Kleinstesoepfabriek

Ruzie in de Kleinstesoepfabriek
Twist De Kleinstesoepfabriek in Leek maakt van botten getrokken biologische soepen. Hoogoplopende ruzie tussen de twee eigenaren bedreigde het voortbestaan.

Botten, groente, kruiden. Al sinds maandag staat de bouillon te trekken, nu is het vrijdag. „Dit is spectaculair.” Michel Jansen staat met beslagen brillenglazen naast de ketel runderbouillon. „We trekken dag en nacht door. Na twee, drie dagen begint de extractie, de smaak uit de botten en het merg gaat in die bouillon zitten.”

Zoals hier, bij Kleinstesoepfabriek in Leek, Groningen, gebeurt het in Nederland bijna nergens meer. Elders gebruiken ze een soort vleespasta, die aangelengd wordt met water. Hier is de bouillon bone broth – van botten getrokken.

„We draaien mooie soepjes, we draaien prachtige bouillons”, zegt Jansen. Het gaat lekker. Wéér lekker. Jansen komt koud uit een vechtscheiding met zijn nu ex- compagnon Willem Versteeg. Een bitter loopgravengevecht met twee verliezers, zoals ze allebei zeggen. Versteeg werd uiteindelijk uitgekocht.

Jansen, uit Bilthoven, 1963, was hulpkok, imker en biologisch marskramer voordat hij in de soep terechtkwam. Hij ging in zee met Versteeg, voedselfabrikant uit Brabant, die fabrieken en machines had. Versteeg kon de financial controls doen, de sales en de logistiek. Jansen heeft een persoonlijkheidstest gedaan. „Die saleskant heb ik niet”, zegt Jansen.

Achteraf was het een botsing tussen twee types ondernemer. Jansen, de soepprofessor, overal en altijd op zoek naar nieuwe smaken, nieuwe soepjes. En de ondernemer Versteeg. De scheidingspapieren zijn ondertussen getekend. Jansen heeft er veel van geleerd, zegt hij.

Ook Willem Versteeg heeft de periode achter zich gelaten. Hij is met diverse bedrijven actief in onder meer stamppotten, koffie en kokosmelkyoghurt. Het avontuur met Kleinstesoepfabriek in Groningen is voorbij. „Doodzonde”, zegt hij. „Ik maakte zijn soepen sinds 2010”, zegt Versteeg. „Ik heb de omzet in zes jaar tijd acht keer zo groot gemaakt. Wij bouwden aan iets leuks. Drie jaar geleden zei hij ineens niet met mij verder te willen. Een donderslag bij heldere hemel.”

Aanmodderen
Versteeg was voor de helft eigenaar van de Kleinste. Hij wilde meer dan soep alleen. Uitbreiden: kokosmelkyoghurt, kaasfondue. Hij verweefde de soepproductie met zijn Brabantse holding en een klein web van bv’s.

„Ik wilde omzet creëren”, zegt Versteeg. „Er moest professionaliteit in. Hij [Jansen] wilde de focus op soep houden. Het bleef aanmodderen.” Het is goeie soep, biologisch. Maar duur: 3,99 tot 5,29 euro per pot. „Bij de Aldi kost soep 1 euro.” Versteeg wilde een goedkoper merk erbij, in een zak. „Hij wilde er niets van weten. Daar liep het spaak.”

De fabriek in Leek is opvallend leeg. Grote ruimtes, een aantal ketels, personeel bij de vulmachine. Jansen wijst op verouderde productielijnen, tweede- of derdehands machines, gekocht door Versteeg. Ze konden nog jaren mee, zei hij. „Dat is Willems stijl: durf en branie.” Maar Jansen bedoelt: voor een dubbeltje op de eerste rang zitten.

Versteeg werkte met tijdelijke contracten. Nu hebben de medewerkers een cao en pensioenopbouw. Jansen probeert het neutraal en feitelijk te vertellen. De scheidingsovereenkomst bepaalt dat beide partijen niets nadeligs over elkaar mogen zeggen, op straffe van een flinke boete.

Versteeg heeft na enkele gesprekken in overleg met zijn advocaat besloten af te zien van verder commentaar. Hij verwijst naar Theo Terdu, ‘conflictoloog’, gespecialiseerd in het oplossen van onoplosbare conflicten, die naast een curator een rol kreeg in het scheidingsproces. Het was een „faliekante deadlock”, zegt Terdu, waarin Versteeg op zeker moment het plan had om met een nieuw bedrijf, ‘Fijnste Soepfabriek’ geheten, zijn kwelgeest van de markt te drukken.

Soep is wat ons bindt
Er was nergens geld voor. De vorkheftruck was niet onderhouden, er was geen stapelaar. Jansen maakt pompoensoep van door een zorginstelling geteelde pompoenen. „Ik vind dat een bedrijf niet alleen maar commercieel moet zijn, maar ook sociaal en duurzaam. Willem wilde geen zonnepanelen op het dak.” Versteeg vindt de snert van Unox de lekkerste.

Ze hadden geen geld voor zonnepanelen, zegt Versteeg. Jansen wilde een crowdfundactie. Dat kun je niet van de mensen vragen, vond Versteeg. Het was niet het moment voor crowdfunding, en niet voor zonnepanelen.

Kleinstesoepfabriek maakt vanaf de oprichting in 2005 hooggewaardeerde soep. „De beste soepfabriek van Nederland is de kleinste en zo heet hij ook”, schreef culinair journalist Wouter Klootwijk. Aanvankelijk was de soep alleen bij biologische winkels te koop, later ook bij Jumbo en Albert Heijn. Jansen exporteert naar Zwitserland en Japan. Binnenkort volgt Duitsland, onder de merknaam Kleinstesuppenfabrik.

„De soep ligt overal”, zegt Versteeg. „Ik kan je één ding zeggen: dat komt door mij. Als het aan Michel lag, lagen we nog steeds alleen maar bij de biologische groothandel.”

De fabriek heeft 39 soepen in het assortiment, van Groningse mosterdsoep en tomatensoep à la Johannes van Dam tot Thaise tom kha en hete berglinzensoep uit Goa. Jansen at clam chowder met uitzicht op Alcatraz in San Francisco, shabu shabu bij een Chinees en duizendjarige Arabische soep. Soep is een mondiaal gegeven, zegt Jansen. Soep is wat ons bindt.

Het soepseizoen komt en gaat met regen en kou. Vanaf september, oktober. „Zo’n week heb je nodig”, zegt Jansen. „Boem! Dan springt die behoefte aan soep aan. Nattigheid, wind, de trui weer aan. Dan schieten mensen in de soepmodus.”

Sloten vervangen
In februari 2017 meldde Dagblad van het Noorden de breuk tussen de soepcompagnons, na „twee jaar van redetwisten”. Er bleken tal van pesterijtjes.

Versteeg wilde de productie naar Eindhoven halen. Hij stuurde een incasso- advocaat uit Veghel naar het noorden om beslag te leggen op machines. Dat mislukte. Een etiketteermachine ging juist van Brabant naar Leek. Dom, zegt Versteeg nu: „De fabriek daar is zo vochtig dat de etiketten scheef zakten.”

Jansen wilde Versteeg op een zonder hem belegde aandeelhoudersvergadering ontslaan, zegt Versteeg. Versteeg was niet aanwezig omdat die zijn post niet
ophaalde, zegt Jansen. Bij de Kamer van Koophandel heeft Versteeg moeten praten als Brugman om het schrappen van zijn naam ongedaan te maken.

Ze belden met elkaars klanten en relaties: doe geen zaken met Jansen/Versteeg, die kan er niks van/is niet te vertrouwen. Jansen liet de bedrijfstelefoon van Versteeg blokkeren. Op het dieptepunt, één van de dieptepunten, december 2017, stonden Versteeg en zijn zoon in Leek op de ramen te kloppen. Jansen had de sloten vervangen. Na tussenkomst van de politie gingen Versteeg en zijn zoon naar FC Groningen-PSV.

Henneppoeders voor senioren
Nu zijn Versteeg en Jansen eindelijk van elkaar af. Versteeg moet opnieuw beginnen, zegt hij. „Zorgen dat je weer aan de bak komt. We kunnen weer lekker ondernemen.” Hij heeft een nieuw bedrijf, Passion Food Trade, de bedrijven Blend- in en Kleinste Keuken zijn nog in de lucht. Versteeg maakt fonds, pesto, droge soepen, zeewier- en henneppoeders voor senioren en sportpannenkoeken, onder andere.

Jansen is weer vrij, zegt hij. Hij is met nieuwe, leuke dingen bezig. Coq au vin. Een project met garnalenvissers uit Zoutkamp, een ander met geklaarde boter, een geweldige smaakmaker. Nee, hij heeft geen ‘nieuwe Willem’, voor de harde kant van het zakenleven. „Dat doe ik zelf.”

Waar Jansen de stress te lijf ging met meditatie, deed Versteeg dat met een pot bier, zegt hij. Hij is weer vol in bedrijf. Knallen, doorgaan tot drie uur ’s nachts. Bestellingen, leveringen: zuivel, bouillon, soepen. „Ik ga door met soep.”

Zijn onlangs overleden vader gaf hem op zijn sterfbed een raad mee: „Laat de wrok achter je. Kijk liever naar de toekomst.”

KLEINSTESOEPFABRIEK

HALF MILJOEN POTTEN MET EEN PAAR MAN

1,4
miljoen euro bedroeg de omzet in 2017. Onder de streep stond er 266.000 euro

558.000
potten soep kwamen er dat jaar uit de fabriek in Leek (Groningen)

5,2
voltijdsbanen telt het bedrijf

Ondernemers Markthal woest op eigenaar Klépierre vanwege muizen

Winkeliers in de Rotterdamse Markthal zijn woest op de Franse eigenaar Klépierre. De ondernemers klagen over ongedierte, instortende vloeren, hitte, tocht en stankoverlast door een overlopende riolering. Zij vinden dat Klépierre die problemen moet oplossen, maar het vastgoedbedrijf legt de verantwoordelijkheid deels bij de ondernemers.

Het conflict in de markthal duurt al jaren, maar voor de winkeliers is de maat nu vol. De ondernemersvereniging (MHOV) heeft vorige week alle gesprekken met Klèpierre opgeschort en crisismanager Theo Terdu in de arm genomen om een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen. ‘De reden is dat het overleg met Klèpierre muurvast zit en dat de problemen zich blijven opstapelen’, schrijft de MHOV in een brief aan de ondernemers.

‘Intimidatie niet meer acceptabel’
‘Verder is de manier waarop ondernemers worden geïntimideerd door het centre management voor de MHOV niet meer acceptabel’, stelt de vereniging. ‘Het moet nu een keer klaar zijn.’ In een andere brief, eveneens in handen van het FD, roepen de ondernemers eigenaar Klèpierre op om mee te werken met de onderzoekscommissie.

‘De emoties zijn hoog opgelopen bij de ondernemers’, stelt Terdu. ‘Mensen hebben soms hun hele hebben en houden in hun zaak gestoken.’ Hij hoopt zowel met de huurders als met Klépierre te kunnen samenwerken ‘Dat is de beste basis voor een advies, dat hopelijk als uitgangspunt kan dienen voor een opbouwende dialoog en een gezamenlijk gedragen oplossing.’

Stank en muizen
Vooral de ongediertebestrijding is een urgent probleem in markthal, die al tijden kampt met een muizenplaag. Bij een grote controle begin dit jaar trof de Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij negentien ondernemers ongedierte aan. Bij zeventien andere zaken was de hygiëne onder de maat. Eerder had de NVWA al met spoed een winkel gesloten wegens ongedierte.

De muizen eten niet alleen de kruimels en etensresten die her en der op de grond vallen, ze hebben naar verluidt ook delen van de isolatie onder de vloer weggeknaagd. Daardoor zijn vochtproblemen ontstaan en is de vloer van het opvallende gebouw aan de Rotterdamse Blaak op verschillende plekken ingezakt.

Ook met de riolering is volgens de ondernemers veel mis. Die is volgens hen niet berekend op vele horeca en zit regelmatig verstopt, waarschijnlijk omdat vetten niet voldoende worden afgevangen. De ondernemers klagen over stankoverlast.

Klèpierre is verbaasd dat de MHOV het rechtstreekse contact heeft opgeschort. ‘We zijn de afgelopen zes tot acht maanden op directieniveau in contact geweest met de ondernemersvereniging’, zegt een woordvoerder. Zij wil niet zeggen of de vastgoedonderneming mee zal werken aan het onderzoek van Terdu. ‘We geloven in direct contact met de winkeliers en de MHOV.’
Al jaren ruzie

De uitbaters van de kraampjes en restaurants in de Markthal ruziën al jaren met Klépierre over wie voor welke problemen en kosten verantwoordelijk is. Al verschillende keren moest de rechter er aan te pas komen.

Een van de zaken ging over de servicekosten. Huurders menen dat Klépierre hen met de belofte van lage servicekosten heeft binnengelokt, terwijl de Fransen al wisten dat die kosten onhoudbaar zouden zijn. Toen de ondernemers eenmaal hun zaken hadden opgestart, gingen de servicekosten omhoog. In die zaak heeft de rechter de huurders grotendeels gelijk gegeven.

In een andere procedure heeft de rechter de ondernemers grotendeels in het ongelijk gesteld. Zij betoogden dat Klépierre te veel afwijkt van het oorspronkelijke concept van de markthal. Er zouden veel aanbieders van verse waren komen, maar dat is niet gelukt. Verschillende verkopers zijn afgehaakt en hun plekken zijn vooral ingenomen door horeca. De rechter vond echter dat Klépierre voldoende zijn best had gedaan om vers-ondernemers te vinden.

De MHOV wilde voor dit artikel geen vragen beantwoorden.

Geplaagde Markthal wil terug naar af.

Het gaat niet goed met de Rotterdamse Markthal. Hoewel jaarlijks acht miljoen mensen het opvallende gebouw bij Blaak bezoeken, hebben ondernemers in de hal de grootste moeite het hoofd boven water te houden. Daarom moet het concept op de schop: minder toeristen en meer Rotterdammers, minder frituur en meer verse waren.

Dat is de kern van het adviesrapport ‘Markhal 2.0: Gers Vers’, dat de winkeliersvereniging (MHOV) heeft laten opstellen door adviesbureau Plan F. De ondernemers hebben het rapport donderdag aangeboden bij vastgoedbaas Kléppiere en de gemeente Rotterdam.

Het rapport verschijnt op een ongunstig moment: de winkeliers liggen op ramkoers met Klépierre. Zij klagen over ongedierte, instortende vloeren, hitte, tocht en stankoverlast door een overlopende riolering. Ze vinden dat Klépierre die problemen moet oplossen, maar het vastgoedbedrijf legt de verantwoordelijkheid deels bij de ondernemers.

De ruzie is hoog opgelopen. Beide partijen praten niet meer met elkaar. De kans is daarom klein dat er op korte termijn iets met het advies gebeurt. De ondernemers hebben echter hun hoop gevestigd op burgemeester Ahmed Aboutaleb. Ze hebben hem gevraagd of hij persoonlijk naar Parijs wil gaan, om op het hoofdkantoor van Klépierre hun zaak te bepleiten. Het is nog niet bekend of Aboutaleb daar zin in heeft.

‘Markthal glijdt af’
‘De Markthal glijdt steeds verder af’, zegt secretaris Mark Kolster, ondernemer van het eerste uur met een bloemenzaak in het gebouw. De Markthal zou oorspronkelijk worden ingericht als versmarkt, maar dat concept is nooit van de grond gekomen. Te weinig aanbieders van verse waren wilden zich in de Markthal vestigen.

Crisismanager
De ondernemers in de Markthal hebben eerder deze maand een crisismanager in de arm genomen, om het hoog opgelopen conflict met eigenaar Klépierre te beteugelen. Theo Terdu, van adviesbureau Twijnder, is gevraag een adviescommissie te formeren. Die moet met advies komen, waarmee beide partijen weer met elkaar in gesprek kunnen.

De uitbaters van de kraampjes en restaurants in de Markthal ruziën al jaren met Klépierre over wie voor welke problemen en kosten verantwoordelijk is. Al verschillende keren moest de rechter er aan te pas komen.

Een van de zaken ging over de servicekosten. Ondernemers stellen dat Klépierre hen met de belofte van lage servicekosten heeft binnengelokt, terwijl de Fransen al wisten dat die kosten onhoudbaar zouden zijn. Toen zij eenmaal hun zaken hadden opgestart, gingen de servicekosten omhoog. De rechter heeft de huurders grotendeels gelijk gegeven.

In een andere procedure heeft de rechter de ondernemers in het ongelijk gesteld. Zij betoogden dat Klépierre te veel afwijkt van het oorspronkelijke concept van de markthal. Er zouden veel aanbieders van verse waren komen, maar dat is niet gelukt. Verschillende verkopers zijn afgehaakt en hun plekken zijn vooral ingenomen door horeca. De rechter vond echter dat Klépierre voldoende zijn best had gedaan om vers-ondernemers te vinden.

Van de ondernemers die het wel aandurfden, zijn er veel afgehaakt. Het lukte ze niet om voldoende verse waren te verkopen, omdat er te weinig Rotterdammers kwamen, maar vooral toeristen. Hun plekken zijn grotendeels ingenomen door aanbieders snacks en andere kleine hapjes.

Dagjesmensen bezoeken de hal maar kopen niets
Volgens winkeliersvoorman Kolster loopt daardoor ook de omzet bij de reguliere horecagelegenheden terug. ‘Het is kannibalisatie. De restaurants zien hun omzet daarom met 20% tot 25% dalen op jaarbasis’, aldus Kolster. Als die ook het onderspit delven, blijft er van de Markthal niet veel meer over dan een bak- en frituurhal, wil hij maar zeggen.

Markthal-ruzie bereikt nieuw kookpunt

Ondernemersvereniging MHOV van de Rotterdamse Markthal heeft alle gesprekken met eigenaar Klépierre opgeschort. ‘Het overleg zit muurvast en de problemen blijven zich opstapelen’, schrijft de vereniging volgens het FD in een brief naar de winkeliers.

De ondernemers klagen onder meer over ongedierte, instortende vloeren, hitte, tocht en stankoverlast. Klépierre moet die problemen volgens hen oplossen, maar legt de verantwoordelijkheid deels bij de ondernemers. De vereniging spreekt verder van intimidatie door het management van de hal en heeft crisismanager Theo Terdu gevraagd een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen.

Klépierre zegt verbaasd te zijn dat MHOV de gesprekken heeft stopgezet. “We zijn de afgelopen zes tot acht maanden op directieniveau in contact geweest met de ondernemersvereniging”, zegt een woordvoerder. Zij wil niet zeggen of de eigenaar meewerkt aan het onderzoek van Terdu, omdat Klépierre ‘gelooft in direct contact met de winkeliers en de MHOV’.

De Markthal is al vrijwel vanaf het begin onderwerp van conflict tussen de ondernemers en Klépierre. Eerdere ruzies gingen met name over de hoogte van de servicekosten en de rol van de horeca, die ten koste zou gaan van de versondernemers. Bestuurslid Mark Kolster van MHOV liet begin dit jaar nog in RetailTrends weten hoopvol gestemd te zijn over onderhandelingen met Klépierre.

De ondernemers waren sinds eind vorig jaar met Klépierre in gesprek over de servicekosten. Tegelijkertijd wordt nagedacht over een ‘Markthal 2.0’ die in 2020 gereed zou moeten zijn. Door de overheersende rol van horeca is de hal volgens Kolster zover afgedreven van zijn oorspronkelijke concept, dat het te laat is voor een terugkeer naar het startpunt. “Maar niets doen en toezien hoe de hal verprutst wordt, is geen optie.”

Taartenwinkel.nl krijgt kwart miljoen schadevergoeding

Een bakker is veroordeeld tot het betalen van 250 duizend euro aan de eigenaar van Taartenwinkel.nl. Bakkerij Dam verkocht ook taarten aan concurrenten van Taartenwinkel, terwijl er sprake was van een exclusieve samenwerking.

De groothandel leverde onder meer online bestelde taarten aan Hoogvliet en Topgeschenken, dat de websites Toptaarten.nl en Taartbezorgen.nl exploiteert. Taartenwinkel.nl eiste een schadevergoeding van twee miljoen euro: een miljoen voor de leveringen aan de supermarktketen en een miljoen voor de leveringen aan zijn online concurrent.

De rechtbank oordeelt dat het leveren aan Hoogvliet geen schending van de overeenkomst is, omdat de supermarktketen niet door heel Nederland bezorgt aan consumenten en bedrijven. Verder zou een miljoen boete voor Bakkerij Dam ‘tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat’ leiden. Daarbij wijst de rechter erop dat alleen de levering van 1.400 taarten aan Topgeschenken concreet is vastgesteld, waarmee volgens Taartenwinkel.nl een omzet van 26.525 euro is behaald.

Voorlopig nog geen iPad-onderwijs op basisschool Lodijke in Bergen op Zoom

BERGEN OP ZOOM – Onderzoekscommissie bezorgd: landelijke organisaties rond 04NT zijn geen betrouwbare partner voor de school op de Bergse Plaat.

Brede school Lodijke op de Bergse Plaat ziet voorlopig af van volledige invoering van Onderwijs voor een Nieuwe Tijd (04NT), bij publiek bekend als iPad-onderwijs. Schooldirecteur Rinus Davidse spreekt van een ‘heroverweging’.

Aanleiding zijn de bevindingen van een onafhankelijke onderzoekscommissie die grote twijfels heeft over de financiële continuïteit van de landelijke organisaties die 04NT aanbieden.

Het onderwijsconcept, waarbij leerlingen op eigen niveau en in eigen tempo werken, zou na de zomervakantie van start gaan. Dat is tot nader orde uitgesteld. ,,Heel vervelend, maar we nemen geen enkel risico. Het imago van Lodijke moet goed blijven”, aldus Davidse.

Voorzitter Theo Terdu van de onderzoekscommissie bevestigt dat zondagmiddag aan de directie van Lodijke is geadviseerd om ‘zeer terughoudend’ te zijn met de invoering van 04NT.

De commissie van vijf ouders van Lodijke en een externe fiscalist maakt zich grote zorgen over de vermogenspositie van de landelijke organisaties van 04NT en hun aanjager Maurice de Hond. Als Lodijke in zee gaat met de landelijke stichting, moet er een meerjarig contract worden afgesloten. Dat is dan inclusief een ondersteunend ict-platform.

Maar als het financieel mis gaat, valt mogelijk ook het ict-platform weg. Met als gevolg dat de iPads op Lodijke op zwart gaan en de school helemaal onthand is. Dat laten we niet gebeuren”, meldt Davidse.

Terdu hamert er ook op dat (onderwijs)data over leerlingen altijd eigendom moeten blijven van de school.

Docenten en directie van Lodijke waren enthousiast geworden over 04NT omdat het maatwerk biedt voor iedere leerling. Met één blik op de iPad kunnen docenten de vorderingen van leerlingen volgen waardoor ze hun lestijd veel effectiever en efficiënter kunnen inzetten.

In twee Plusklassen (voor hoogbegaafde kinderen) op Lodijke, wordt al zo gewerkt. Dat blijft ook. Davidse benadrukt dat het idee achter 04NT niet ter discussie staat. ,,Als we de afspraken niet kunnen aanpassen, moeten we op zoek naar een andere betrouwbare partner.”

Terdu legt het rapport ter beoordeling voor aan Maurice de Hond zelf.

Eind deze week komt het vermoedelijk officieel naar buiten.

De iPadschool van Maurice de Hond

Zembla onderzoekt de onderwijsmethode van Maurice de Hond.

BNR The Friday Move radio interview

Theo Terdu stichting de gedupeerden op BNR The Friday Move radio interview